Tijdens de spellingsles moesten we onze wisbordjes nemen en schrijven of er een -d of een -t in het woordje moest.
Want daar ging onze spellingsregel over.
Verlengen om te horen of het broot of brood is. 2 broden, dus brood!
En tijdens de taalles oefenden we met spelletjes op het zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, lidwoorden en werkwoorden.









Geen opmerkingen:
Een reactie posten